29 mei 2018
Om de plantveiligheid van een substraat of substraatcomponent te testen, kan RHP een teeltproef doen. Zo’n groeitest kan ook worden gebruikt als diagnostisch hulpmiddel, als er problemen in de teelt optreden. Bekijk het in de nieuwe RHP-uitlegvideo.
Een teeltproef laat zien of een substraat of substraatcomponent veilig is om te gebruiken, wat vooral voor professionele tuinbouw van groot belang is. Een teeltproef is een groeitest waarbij de indicatorgewassen sla, tuinkers en koolrabi worden gezaaid op de te toetsen substraten en een referentiesubstraat. Voor een goede beoordeling van de groeiresultaten is de referentie vergelijkbaar gemaakt qua fysische aspecten en voeding. De kiem en groei van de gewassen worden gedurende 2 tot 3 weken geanalyseerd. Het geeft een beeld van de prestatie van het substraat.
Een teeltproef wordt ook als diagnostisch hulpmiddel ingezet. Omdat het onmogelijk is om alle risico's te bepalen met laboratoriumanalyses, worden planten gebruikt als indicator. Diverse factoren kunnen de groei van een gewas beïnvloeden. Als de teeltproef duidt op een bepaald probleem, kan met een specifieke laboratoriumanalyse nader onderzoek worden gedaan.
Als er vooraf een bepaald risico bekend is, dan wordt voor de teeltproef soms een ander specifiek indicatorgewas gekozen dan de standaard indicatorgewassen sla, tuinkers en koolrabi. Substraten als geëxpandeerde kleikorrels en puimsteen zijn te grof om op te zaaien. Daarom wordt hiervan een extract getrokken en in een waterige vloeistof aan het teeltsysteem toegevoegd om te kunnen testen.
Bekijk de Kennisbank voor meer informatie over de teeltproef.