Klei verlaagt de beschikbaarheid van water in potgronden en BEÏNVLOED De snelheid van wateropname
Klei wordt gewonnen door afgraving van kleiafzettingen. De onder RHP gebruikte kleimaterialen verschillen soms sterk van elkaar. De basisverschillen worden gevormd door herkomst en type afzetting. Zo is bijvoorbeeld Nederlandse klei afkomstig van rivierafzettingen, terwijl Zweedse plateauklei gedurende de ijstijd is gevormd door smeltwaterstromen van gletsjers.
O.a. Nederland, Duitsland, België en Zweden.
Klei en kleigranulaat worden afzonderlijk gebruikt in potgronden om deze specifieke chemische en/of fysische eigenschappen te geven. Klei wordt in diverse hoedanigheden aangeboden: vers, gedroogd granulaat in verschillende fracties en droge poederklei. Klei wordt als component toegepast in diverse potgrondmengsels om de chemische en fysische eigenschappen te beïnvloeden ten bate van een betere gewasontwikkeling. Klei verlaagt de beschikbaarheid van water in potgronden. De snelheid van wateropname vanuit zeer droge toestand wordt positief beïnvloed door klei. Poederachtige kleimaterialen kunnen ook een zekere mate van ‘plak’ geven aan een mengsel. Wat een specifiek kleiproduct daadwerkelijk presteert in een potgrond, is afhankelijk van het type mineraal waaruit deze is opgebouwd en de fractie waarin het wordt toegepast. Zo is het effect van een poederklei sterker op waterbinding en wateropname dan een grof kleigranulaat. Kleimaterialen met een te hoog gehalte aan elementen of koolzure kalk zijn niet bruikbaar voor potgrondproductie.
Omdat klei wordt afgegraven is er specifiek controle op het productieproces, met name ter voorkoming van verontreiniging met onkruiden en aaltjes. Ook elementgehaltes en het gehalte koolzure kalk vormen belangrijke kwaliteitsparameters.